Met overtuiging twijfelen
Met overtuiging twijfelen klinkt een beetje als blufpoker. Ik heb altijd graag gekaart, maar gepokerd werd er niet veel in mijn tienerjaren in Eindhoven. Het was toepen dat we deden. Voor de les, tijdens de les en na de les. Kan me zelfs herinneren dat we lopend van het ene lokaal naar het volgende een potje speelden. Ook bij toepen was bluf het sterkste wapen dat je in handen had. Naast een paar mooie kaarten natuurlijk. Je moet wel materiaal hebben om mee te werken.
Ik denk dat iedere kunstenaar wel de sluimerende angst kent om ontmanteld te worden. Dat ontdekt wordt dat alles gebaseerd is op drijfzand. Dat al dat werk van je niet meer dan een luchtkasteel is. Dat het heel wat pretendeert, maar in de kern niets voorstelt. Dat je een waardeloos kunstenaar bent. Een charlatan. Iedere waarachtige kunstenaar zou dat in ieder geval moeten voelen. Want de kunst is een nu eenmaal een diffuus gebied. Niets staat vast en kwaliteit is interpretabel. Dat is wat de kunst ook moet zijn. Een weerspiegeling van de kwetsbaarheid van de mens en zijn zoektocht naar betekenis. Zonder houvast tastend in het ongewisse.
Maar dat moet wel met volle kracht gebeuren. Grenzen mogen opgezocht en doorbroken worden en dat lukt niet met halfslachtigheid. Daarvoor is moed vereist en doortastendheid. Risico moet genomen worden. Je moet bereid zijn om jezelf af te breken. Om je hele ziel en zaligheid in de strijd te gooien. Je moet met overtuiging twijfelen. Voor mij een fijne gedachte dat die vijftienjarige puber met die vier kaarten in zijn hand dezelfde strategische overwegingen maakte als die man van middelbare leeftijd met een krijtje in zijn hand. Hoe te overtuigen zonder in je kaarten te laten kijken.
Doubting With Conviction
Doubting with conviction sounds a bit like bluffing. I have always liked playing cards, but there was not much poker in my teenage years in Eindhoven. We played ‘a game called ’toepen’. Before class, during class and after class. I can even remember that we walked from one classroom to the next to play a game. Even with toepen, bluffing was the strongest weapon you had in your hands. Besides a few nice cards, of course. You have to have material to work with.
I think that every artist knows the dormant fear of being dismantled. That it will be discovered that everything is based on quicksand. That all your work is nothing more than a castle in the air. That it pretends to do a lot but is essentially nothing. That you are a worthless artist. A charlatan. Every true artist should at least feel that. Because art is a diffuse area. Nothing is fixed and quality is interpretable. That is what art should be. A reflection of the vulnerability of man and his search for meaning. Without a foothold, groping in the unknown.
But that must be done with full force. Boundaries may be sought and broken through and that does not succeed with half-heartedness. That requires courage and decisiveness. Risks must be taken. You must be prepared to break yourself down. To throw your whole heart and soul into the battle. You must doubt with conviction. For me it is a nice thought that that fifteen-year-old teenager with those four cards in his hand made the same strategic considerations as that middle-aged man with a piece of chalk in his hand. How to convince without showing your cards.